Spelbeschrijvingen

Switch

Het doel: Alle 12 benodigde combinaties maken door het juist switchen van plaatjes.

Het begin: De kaartjes worden in een vierkant van 4 bij 4 plaatjes gelegd. Alle spelers krijgen 1 minuut de tijd de situatie in zich op te nemen. Daarna worden de plaatjes omgekeerd en begint het spel. Degene die het hoogste gooit met de dobbelsteen mag beginnen. (Dat is ook meteen de enige functie van de dobbelsteen).

Een switch: Als een speler aan de beurt is, mag hij 1 switch maken. Dit is het verwisselen en direct omdraaien van 2 plaatjes. Deze plaatjes worden voorzien van een steentje, zodat de volgende speler deze niet mag omdraaien. Als de zojuist verwisselde plaatjes deel uitmaken van een combinatie die de speler nog niet heeft gevormd, mag hij deze aankruisen op het formulier.

De plaatjes met witte pijltjes zijn verwisseld.
De plaatjes met de rode pijltjes vormen een combinatie.

Een combinatie: Deze bestaat uit 2, 3 of 4 dezelfde plaatjes die horizontaal en/of vertikaal aan elkaar grenzen. De bedoeling is van alle 4 de sporten deze 3 combinaties te maken. Dit mag door middel van de ballen en/of de spelers, maar per combinatie mogen ballen en spelers niet tegelijk worden gebruikt. (De sporten zijn golf, tennis, voetbal en honkbal).

Het einde: Zodra een speler alle combinaties heeft gemaakt, heeft hij het spel gewonnen.

Waardering: Het is een variant op Memory, die veel meer van je vergt, daar de situatie zich steeds wijzigt. Het doet daarom een beetje denken aan Vanished!. Het is erg inspannend, maar daardoor een spannende strijd met de tegenstanders. Ik heb het spel alleen nog maar met 2 spelers gespeeld, maar dat is me erg bevallen. Alleen de eindfase is een beetje rommelig en hink je op 2 gedachten: zelf proberen te winnen of de ander van de overwinning zien af te houden. Goed.

Strategie: Je moet niet alleen letten op het zelf vormen van een combinatie, maar ook voorkomen dat je een goede situatie voor de tegenstanders achterlaat. Als je zojuist een combinatie van 3 hebt gevormd en je tegenstander weet waar het vierde plaatje ligt, dan geef je hem een combinatie van 4 op een presenteerblaadje. Een lastige beslissing dus. Als je niet weet waar het ontbrekende plaatje ligt, zijn er een aantal mogelijkheden om daar achter te komen. Allereerst weet je welke kleur dat plaatje heeft, want er zijn altijd 2 blauwe en 2 groene plaatjes. Verder heeft een plaatje altijd een bal op de ene zijde en een speler op de andere zijde. Tot slot weet je nog dat de spelers op de achterzijde van een bal allemaal verschillend zijn en zo ook de ballen op de achterzijde van een speler. Wanneer je het spel met 2 spelers speelt, kun je ook zetten in 2 stappen uitvoeren. Allereerst verplaats je een zichtbaar plaatje, wat daardoor wordt omgedraaid. De volgende keer als je aan de beurt bent, kun je het plaatje op de juiste plaats leggen, als je tegenstander niet inmiddels de bestemming heeft verwijderd.

Variant: Misschien kun je een soort boter-kaas-en-eieren spelen op het notitie-formulier. Op deze manier hoef je niet alle combinaties te vormen, maar kunnen 3 combinaties al voldoende zijn. Dit verkort waarschijnlijk de spelduur, waardoor het spel wat luchtiger wordt.

by Ronald Hoekstra - 1999