Spelmagazijn > Nederlands > Menu > Interviews > Armand Servaes / Spelgroep Phoenix

Titel (5K) Interview

IInterview met Armand Servaes van Spelgroep Phoenix
Geschreven door Remco
dinsdag, 23 mei 2006

Armand Servaes / Spelgroep Phoenix

Het 4e interview is een feit! Armand Servaes, de bevlogen spellengek uit Leiden en boegbeeld van Spelgroep Phoenix, heeft meegewerkt. Wederom een lekker stuk leeswerk, dus schenk eerst wat lekkers in en ga er even mooi voor zitten.

Wanneer en waar ben je geboren?

Te Maastricht in 1969, op de sinds enige jaren wat dubieuze dag 11 september…

Wat is je huidige woonplaats?

Leiden

En getrouwd met Tamara Bakker?

Ja, sinds 1 februari 2001. Tamara en ik hebben elkaar leren kennen tijdens mijn eerste bezoek aan Ducosim. Tamara deed daar toen al speldemonstraties en hield zich ook al bezig met het het maken van vertalingen en spelverslagen. Veel later volgde een gesprek via de e-mail over spellen en dat eindigde met een avondje eten. Drie maanden later woonden we samen en na een jaar zijn we getrouwd. Sindsdien is ze absoluut mijn belangrijkste medespeler en ze doet vreselijk veel voor de spellenwereld, o.a. demonstraties en vertalingen.

Voorzover bekend zijn Tamara en ik tot nu toe het enige huwelijk dat is voortgekomen uit een ontmoeting bij Ducosim. We zijn in verwachting van een kindje dat half juli wordt verwacht. Voor de lol roepen we wel eens, de eerste Duco-baby. Dat die kleine straks wordt geboren in een spellengezin, zal gauw genoeg vanuit het wiegje duidelijk worden. Al was het maar vanwege de mobile met daaraan een grote D4, D6, D8, D10 en D20.

Wat is je beroep?

Ik werk als Compliance Officer voor een bank/verzekeraar. Ik waak over de integriteit en of de organisatie de regels die extern en intern zijn vastgelegd ook naleeft. De nadruk ligt op het geven van voorlichting en daarnaast is het af en toe politieagent spelen.

Je was verbaasd over ons verzoek om een interview?

Ja, absoluut, dergelijke verzoeken verbazen mij steeds weer. Ik schrok ervan toen een paar jaar geleden ineens op Prikbord stond dat men het leuk zou vinden als er eens interviews werden gehouden met mensen die men belangrijk noemde voor de Nederlandse spellenwereld, zoals Ronald Hoekstra, Erwin Broens en mijn naam stond ook ineens in dat rijtje. Ik heb daar enige tijd met verbazing naar zitten kijken. Ik zie mijzelf namelijk helemaal niet als een naam die in dat rijtje hoort te staan. Dat andere mensen daar anders over dachten, was tot dan toe nooit bij mij opgekomen. Ik vind het nog steeds heel vreemd om als “naam in de spellenwereld” te worden benaderd.

Wanneer is het spelen begonnen?

Moeilijk te zeggen. Het eerste wat ik mij bewust kan herinneren is dat mijn opa aan moeders kant en zijn broer met spelletjes en puzzels mijn aandacht wisten te trekken. Beide waren wiskundig aangelegd en hadden kennelijk zelf een fascinatie met spellen. Ik heb van hun ook met verjaardagen mijn eerste spellen ontvangen.

Mijn ouders hadden een eigen winkel en naast die winkel lag een fietsenhandelaar met een assortiment speelgoed. Daar heb ik voor het eerst Oog des Meesters, Axis and Allies, Shogun en dergelijke zien liggen. Zelf had ik toen nog het meeste oog voor Playmobil, maar de dozen zijn mij wel bijgebleven.

Op een zeker moment kreeg mijn oudste zusje Monopoly cadeau en dat hebben we kapot gespeeld. Daar ergens is ook mijn reputatie begonnen dat je met mij geen graaispellen moet spelen.

Wat ik op een gegeven moment ook deed, was dat ik voor mensen in mijn omgeving allemaal kleine spelletjes kocht bij verjaardagen. Bij nader inzien misschien een projectie van mijn eigen belangstelling en een eerste poging om medespelers te werven op een subtiele manier.

Het spel dat bij mij een blijvende indruk achter liet was Colditz. De broers van een vriend van mij hadden dit gekocht en we hebben het zitten spelen. Ik vond het geweldig. Zij niet zo, want waar ze er van overtuigd waren dat ze het spel wel even zouden winnen, stond ik als enige met drie geallieerden buiten.

Waar het structureel aankopen van spellen begon is heel duidelijk. Ik kocht een boek in 1997 bij de Bijenkorf over spellen en heb toen alle spellen die in dat boek stonden gekocht. Daarmee was het hek van de dam. Twee jaar later had ik al ruim 150 spellen.

Welke spellen is het mee begonnen?

Solitaire, Monopoly, Stratego, Zeeslag, Schaken en Colditz. Het grappige is dat ik alle spellen nog steeds heb.

Welke spellen reken je tot je all time favorieten?

Go, Colditz en Puerto Rico.

Welke spellen speel je op dit moment veel?

Ik speel veel spellen door elkaar. Dat kan van week tot week worden gevolgd op www.spelgroepphoenix.nl.

Welke spellen weiger je te spelen?

Dat is niet veel. Er zijn genres die mij niet zo liggen, zoals slagenspellen met kaarten. Ik word ook niet al te vrolijk van spellen met veel tabellen en modifiers. In dat genre zijn spellen als ASL echt het beste wat je kunt krijgen. Je moet echter met zoveel dingen rekening houden dat je het spel beter kunt programmeren.

Welke spelelementen hebben jouw voorkeur?

Weinig spelregels en toch veel spel. Dat vind ik zo knap van bijvoorbeeld de spellen uit de 3M-reeks, Project Gipf, Go. Daarnaast spreekt veel interactie mij aan. Graaispellen doe ik ook heel graag, naar men zegt.

Wat zijn je hobby’s buiten spellen spelen?

Muziek (een eigen geluidsstudio!), bonsai kweken, wat lezen

Waar hou je je mee bezig binnen de bordspelenhobby buiten het spelen alleen?

Van alles eigenlijk. Dat komt ook doordat Tamara en ik veel bezig zijn met spellen en de activiteiten er omheen. Dat zie je ook meteen als je ons huis nadert, doordat de vensterbank vol ligt met dobbelstenen. Gesprekken aan de eettafel gaan vaak over spellen en dingen daar omheen.

We organiseren van alles voor Spelgroep Phoenix, hebben uitgebreide contacten met collega’s van andere spelgroepen zoals Ducosim, Roll the Dice, Ik speel met groen!, Rabenhaupt, overleg met auteurs. Bij ons begint het Spellenspektakel meestal al in juni met de eerste voorbereidingen en afspraken. Ducosim kost ons ook meestal wat meer energie dan een ander, doordat we soms pas in de laatste week het nieuwste spel binnen krijgen voor demonstratie. Soms komen de spellen rechtstreeks per koerier van bij Alea, om ervoor te zorgen dat wij ze als eerste hebben.

Daarnaast help ik auteurs met het herschrijven van spelregels om ze compacter en duidelijker te maken. Ik heb als wetgevingsjurist gewerkt. Je ontwerpt dan wetten. Daarbij leer je heel compact formuleren en je te beperken tot de belangrijkste informatie.

Wie naar de tentoonstelling “Aan zet!” in het museum in Alkmaar is geweest, heeft daar ook nog iets mee gekregen dat van bij ons afkomstig was. We hebben vanuit Spelgroep Phoenix namelijk alle tentoonstellingsdocumentatie verzorgd.

Wat vind jij aan het spelen zo leuk dat het zo’n groot deel van je vrije tijd opslokt?

Dat weet ik eigenlijk niet precies. Ik merk wel dat het belangrijk voor mij is. Als ik op woensdagavond niet naar Phoenix kan, dan heb ik daarover best de pest in. Phoenix gaat echt voor op vrijwel alles op de agenda.

Het gaat mij zeker niet om de competitie. Ik vond het destijds namelijk een prettige gewaarwording om op Ducosim met mensen te spelen die je na afloop een hand gaven met de mededeling ”leuk gespeeld”, in plaats van “ik heb lekker gewonnen!”. Ik sympathiseer duidelijk met datgene dat staat op de sticker op onze auto: “Wer spielt, gewinnt immer!”. Ik merk dat ik veel plezier beleef aan het feit dat ik mensen met plezier zie spelen met een spel dat ik ze heb uitgelegd.

Welk(e) moment(en) tijdens het spelen zal je nooit meer vergeten?

Het zijn meer de momenten buiten het spelen om, die onvergetelijk waren. Zoals een auteur die tegenover mij stond te huilen uit pure onmacht, omdat hij wist dat hij een goed spel had, maar zelf niet de middelen had om het uit te geven. Ik kon de pijn gewoon voelen.

Een leuk moment om daar tegenover te zetten waren mensen op het Spellenspektakel die heel gezellig hadden zitten spelen in de stand, die helemaal enthousiast waren over het spel en die ik toen het spel heb meegegeven. Ze waren helemaal blij en ik kreeg van de dames allemaal een zoen. Dat zijn dingen die mij helemaal blij kunnen maken.

Waar kan je je aan storen in de spellenwereld?

Van die dingen die ik niet helemaal kan begrijpen. Uitgevers van spellen die niet in staat zijn om hun eigen spellen uit te leggen bijvoorbeeld. Of het feit dat je om in aanmerking te komen voor de Spiel des Jahres-prijs een volledig Duitse versie van een spel moet maken. Een internationale versie komt niet in aanmerking en vandaar dat er voor Duitsland vaak een aparte Duitse versie wordt gemaakt, naast de internationale versie.

Wat vind je van de toestanden rond de Nederlandse spellenprijs?

De spellenprijs is ontstaan als een waardering van de spelers voor het beste spel van enig jaar. Het feit dat over de uitslag het afgelopen najaar commotie ontstond, vind ik schadelijk voor het imago van de prijs. Dat de stemprocedure eerlijk is verlopen, staat voor mij als een paal boven water. Er zijn signalen geweest dat de winnaar met zijn spellen de publiciteit heeft gezocht bij een landelijk radiostation en als gevolg van een actief promotiebeleid de prijs heeft gekregen. Alles keurig volgens de daarvoor geldende regels.

De ontstane commotie is naar mijn mening toch aanleiding om vragen te stellen bij de geldende regels. Want kennelijk is een deel van de stemmers van mening dat er iets aan de gang van zaken niet integer is geweest. Als waardering kan worden verkregen door het genereren van publiciteit, wat is dan nog de waarde van de prijs? Gaat de prijs dan niet over de vraag wie het beste reclame kan maken en wie zijn product het beste onder de aandacht kan brengen? Wat ik mij afvraag is of je dat als jury moet willen.

Er is nu een beeld ontstaan dat de winnaar van de Nederlandse spellenprijs 2005 de prijs heeft gekregen in plaats van gewonnen. Ik vraag mij af of je dat als auteur wilt. Je hebt de prijs dan gekregen, maar er blijft toch altijd een luchtje aan hangen. Ik zou dat zelf niet willen.

De primaire groep van stemmers zijn de spelers die ook hebben deelgenomen aan de eerdere verkiezingen van de Nederlandse spellenprijs. Als de prijs afhankelijk is van de mate van publiciteit die wordt gegenereerd, ontstaat het risico dat deze mensen zullen afhaken als stemmers. Daarmee laat je de oorspronkelijk groep waar de prijs mee is begonnen los. Naar mijn mening moet de jury zich daarover beraden en ook voor de volgende verkiezing hier duidelijkheid over geven. Ik verwacht namelijk dat de prijs ten grave kan worden gedragen, als we ook dit jaar te maken krijgen met een dergelijke commotie over de uitslag.

Wat vind je van de prijsstelling van de meeste spellen zoals die door de Nederlandse speluitgevers worden uitgegeven? Je hebt hierin ervaring, is het prijsverschil te verklaren of wordt er gewoon lekker veel winst gemaakt?

Laat ik hier tactisch in zijn. Ik kan het prijsverschil niet verklaren en koop mijn spellen daarom voornamelijk in Duitsland. Kleine Nederlandse auteurs met leuke dingen zal ik echter altijd steunen.

Welke spelauteur is je favoriet, als dit geen Nederlander is, welke Nederlandse spelauteur is dan je favoriet?

Jeetje, wat een moeilijke vraag. Voor mij zit er aan iedere spelauteur wel een gezicht vast en er zijn weinig auteurs met wie ik niet wat langer heb gesproken of van wie ik geen spellen heb. Van de Nederlandse auteurs komen er verschillende regelmatig bij mij over de vloer. Een favoriet…

Laat ik zeggen van welke auteurs ik de spellen blind koop: Alex Randolph, Sid Sackson, Wolfgang Kramer, Niek Neuwahl, Stefan Dorra, Kris Burm, Symbiose, Sabine Opstelten en Richard de Rijk. Andere auteurs wil ik eerst proberen. In het bijzonder iemand als Reiner Knizia maakt soms hele mooie dingen en vervolgens iets heel slechts. Dat is jammer.

Als je een niet-speler aan het spelen wil krijgen, wat haal je vooral wel uit de kast en wat zeker niet?

Voor iedereen is er een spel, dus dat is afhankelijk van de persoon. Ik zal kijken om een spel aan te laten sluiten bij iemands interesses. Bij niet-spelers zijn dat altijd de wat lichtere spellen.

Als wat voor een speler zien je medespelers jou?

Die vraag moet je maar aan hen stellen.

Hoe moeten we ons jouw huis voorstellen, volgepakt met spellen of verkoop je zo nu en dan om het op een enigszins normaal niveau te houden? Hoeveel spellen praat je over?

Toen Tamara in 2000 bij mij in mijn flat in Den Haag kwam wonen bracht zij een klein bescheiden stapeltje spellen mee. De eerstvolgende keer in Essen kwamen we met ongeveer 40 spellen terug. Die aankooptrend werd voortgezet. Gevolg: in 2002 moest er worden verhuisd omdat we de spellen niet meer konden herbergen in de flat. Er gingen ruim 50 verhuisdozen met spellen van Den Haag naar Leiden. Inmiddels staan er in de speelkamer een 700 spellen.

Verkopen van spellen uit de collectie is niet mijn sterkste kant. Tenzij het gaat om spellen die ik al heb of ik moet het spel echt bagger vinden. Dus af en toe bouw ik maar weer eens een nieuwe kast om de nieuwe spellen te herbergen. Ik ben langzaam op zoek naar nieuwe muren om een kast te kunnen plaatsen. Ik sluit daarom niet uit dat we nog wel eens vanwege de spellen zullen verhuizen.

Wat zijn de spellen in de collectie die een speciale waarde voor je hebben en waarom?

Ik kocht Colditz 20 jaar na de eerste keer spelen. Die moest ik zonder meer hebben, vanwege de indruk die het had gemaakt. Ik heb mij namelijk als gevolg van het spel verdiept in de geschiedenis van kasteel Colditz en ben ook naar Colditz zelf gegaan om het kasteel te gaan bekijken.

Daarnaast hebben een speciale waarde de 3M-bookcasegames, waarvan ik er verschillende heb. Met Nederlandse spelregels (!). De spellen zijn destijds door 3M dat in Leiden was gevestigd uitgegeven.

Doordat Tamara en ik het nodige vertaalwerk hebben gedaan staan er verschillende prototypes bij ons thuis, zowel in de vorm van “plakdozen”, als in het stadium daarvoor. Die zijn uiterst zeldzaam.

Heel bijzonder vind ik de Rüsselbande, die door Alex Randolph is gesigneerd tijdens zijn laatste Spiel. Hij verontschuldigde zich voor het feit dat het schrijven niet meer zo goed ging na zijn hartoperatie.

Kunnen we een spel verwachten van je eigen hand? (Of is die er al?)

Een eigen bedenksel? Ik zeg niet nee, maar op dit moment zie ik dat niet meteen gebeuren. Ik heb wel de redactie gedaan voor de Nederlands/Duitse versie van Nobody but us Chickens.

Speel je ook bij andere spellenclubs, of speel je voornamelijk in eigen kring?

Het is soms moeilijk om binnen de beperkte tijd die ik heb iedereen te ontmoeten van wie we uitnodigingen krijgen. Tamara en ik worden vaak benaderd voor spelactiviteiten van Groningen tot Maastricht. Altijd erg leuk en ook erg gewaardeerd. We doen ons best om op zoveel mogelijk plaatsen langs te gaan. Dat lukt helaas niet altijd.

Laatst was te lezen over een bijeenkomst van verschillende spelgroepen. Welk doel had dit en wat kunnen we als resultaat gaan verwachten?

Dat was een goed initiatief van Roll the Dice om eens nader kennis te maken met elkaar. Het maakte dat we met vijf spelgroepen elkaar eens wat details hebben verteld over de wederzijdse activiteiten. Ik denk dat we dat nog wat concreter zouden kunnen maken met gezamenlijke initiatieven.

Ik denk dat de belangrijkste kracht van de verenigingen en spelgroepen ligt in onderlinge samenwerking en het delen van elkaars kennis en ervaring. Er zijn op dit moment groepen met meer en minder ervaring. Daarin kunnen we elkaar helpen. Dat hebben we bij de opzet van Spelgroep Phoenix ook bewust in de doelstelling opgenomen, omdat we wilden voorkomen dat we een groep zouden krijgen die met oogkleppen op in een eigen wereld zou staan. Van Phoenix is vastgelegd dat we met een open blik in de wereld staan en ook contacten met de andere groepen onderhouden. Ik probeer dat zelf actief uit te dragen.

Ik weet niet in hoeverre er resultaten gaan komen uit de bijeenkomst. We zijn wel nader tot elkaar gebracht en dat alleen al is positief.

Voor welke uitgever in Nederland heb je de meeste sympathie en met welke heb je het minste?

Laten we het er op houden dat ik voor de meeste uitgevers sympathie heb. Ik ben het alleen niet altijd even eens met ieders manier van zaken doen.

Nu je zo ontzettend veel spellen hebt gespeeld, kunnen veel nieuwe spellen je nog echt boeien?

Ervaring maakt kritischer. Dat is zondermeer waar. Maar als een auteur belt of e-mailt dat hij een ontwerp heeft en dat wil laten playtesten, wordt er nooit tevergeefs contact opgenomen. Dat is ook het leuke van Spelgroep Phoenix. We zijn een soort ‘sparring partner’ van verschillende spelauteurs. Enorm kritisch in opbouwende zin. Ik vind de creativiteit die mensen laten zien altijd weer indrukwekkend.

Spelgroep Phoenix is ontstaan uit het Duivelsei, vanwaar deze splitsing?

Dat lag heel complex. Ik heb er destijds bij mijn opzeggen vijf pagina’s aan gewijd. Misschien is het beste om te zeggen dat de meningen over hoe de doelstelling van de vereniging een invulling moest worden gegeven erg uiteen was gaan lopen. Achteraf is er door mensen die zijn over gestapt naar Spelgroep Phoenix gesteld dat we de overstap veel eerder hadden moeten doen en minder hadden moeten proberen om de vereniging bijeen te houden.

Uit hoeveel spelers bestaat Phoenix nu?

Dat is altijd een verrassing. De kern bestaat uit ongeveer 40 actieve spelers, die in geheel wisselende samenstelling samen komen. Soms zit je met 10 spelers en de keer daarna zijn er 20 totaal andere spelers. Dat komt ook doordat we een wat groot gebied bestrijken. Er komen spelers vanuit Nieuwerkerk aan de IJssel tot Beverwijk. Dus niet iedereen komt wekelijks spelen. Er zijn spelers die actief sympathiseren met Phoenix en haar doelstellingen vanuit de uiterste uithoeken van Nederland. Overigens gaat dat op de website nog veel verder. We hebben daar sympathisanten uit meerdere Europese landen.

Jullie zijn altijd actief op de Ducosim beursen met speluitleg. Met name de nieuwe spellen van Ravensburger/Alea staan dan op het programma. Hoe is deze samenwerking ontstaan?

Met een e-mail. Ik stuurde een e-mail naar Ravensburger waarin ik voorzichtig suggereerde dat ik wel spellen wilde demonstreren met de spelgroep, als we die spellen vervolgens mochten houden. Er was namelijk geen geld voor spelaankopen en de behoefte aan spellen was groot. Met de tijd is er onderling een plezierige relatie ontstaan, waarbij er wederzijds veel wordt gedaan om elkaar een duwtje in de rug te geven.

Wat vind je van de kwaliteit van de releases van Alea vanaf Eiszeit?

Het is wat wisselend. Alea heeft vooral dankzij Puerto Rico en Fürsten von Florence een enorme reputatie gekregen. Ik geef het iedereen te doen om dit soort monumenten te evenaren.

Daar staat tegenover dat een bedrijf als Hans im Glück op een meer continue basis goede spellen weet te produceren. Dat blijkt ook duidelijk uit de Internet Top 100 boardgames. Er lijkt soms ook sprake van een cultuurverschil met betrekking tot de waardering. Louis XIV is een spel dat ik niet waardeer en dat kreeg in Duitsland de Deutsche Spielepreis. Daar staat tegenover dat ik het wat vreemd vind dat Um Ru(h)m und Ehre in de Spielbox de grond in werd geboord.

Overigens kan ik Augsburg 1520 erg goed waarderen.

Ik kwam eens al lezend over de Hercules ramp een tekst tegen van een lied geschreven door Armand Servaes, een naamgenoot of ...?

Die tekst en de bijbehorende muziek zijn inderdaad van mijn hand. Het beschrijft een deel van mijn ervaringen in de week van de Herculesramp. Een rare en onplezierige ervaring. Al televisiekijkend werd ik mij ineens bewust van het feit dat een vriend van mij in het Hercules vliegtuig zat. Kort daarna volgde het bericht dat hij was overleden. Dat heeft mij diep geraakt. We kenden elkaar al lang.

Binnenkort weer Pinksterspel, hoe is dit ontstaan en hoe verloopt deze dag?

Pinksterspel was er al voordat Spelgroep Phoenix er was. Het is begonnen als een speldag bij Tamara en mij thuis, gewoon een aardigheid. We hebben het Pinksterspel genoemd, omdat we het hielden op de zaterdag voor Pinksteren. De eerste versie was een succes en het jaar daarop zaten er bijna 30 mensen bij ons thuis te spelen. Omdat er steeds meer spelers vroegen naar Pinksterspel wisten we dat we de derde editie niet meer bij ons thuis konden houden. Dat jaar waren we ook bij ons thuis begonnen met Spelgroep Phoenix en we zaten met de belangstellenden daarvoor ook al op 20 man per spelavond. Het ging gewoon niet meer om al deze activiteiten thuis te organiseren. We wilden met Spelgroep Phoenix naar het Denksportcentrum verhuizen. Om Spelgroep Phoenix meer vorm te geven besloten we de activiteiten onder te brengen in een stichting. De stichting werd vervolgens opgericht tijdens de derde editie van Pinksterspel en sindsdien vieren we de verjaardag van Spelgroep Phoenix met Pinksterspel. Overigens was de uitwijk naar het Denksportcentrum voor de derde editie van Pinksterspel een verstandige zet. Er kwamen die dag ruim 70 bezoekers.

Voor dit jaar verwachten we ook weer grote bezoekersaantallen. Er wordt gespeeld van 12.00-24.00 uur en er zijn diverse auteurs die langs zullen komen met spellen en prototypes. Steeds meer ouders nemen hun kinderen mee en omdat we ook contact opnemen met de radio en de kranten komt er een heel divers publiek.

Je bent betrokken geweest bij Vendetta, kunnen we in de toekomst nog zo’n initiatief van je verwachten?

Voorlopig niet.

Jullie hebben namens Phoenix een brief geschreven naar Elsevier over hun journalistiek zeer verantwoorde werkstuk over bordspellen, nog reactie op gehad?

Nee, en dat vind ik jammer. Ik begrijp nog steeds niet hoe ze een dergelijk stuk hebben kunnen publiceren en had graag vanuit Spelgroep Phoenix een bijdrage geleverd om het ontstane beeld te veranderen. Ik zou het van durf vinden getuigen als Elsevier zich ergens rond de feestdagen meldt met een stapeltje spellen en een aantal proefpersonen. Ik zie het als een persoonlijke uitdaging om dan een eerlijke waardering van die testpersonen los te krijgen.

Ook zo’n hekel aan als na 2 uur intensief spelen iemand de beslissende zet voorzegt aan een speler die hij/zij zelf nooit had gezien, of vind je dit een interactie onderdeel van een spel?

Dat hoort erbij. Dat is een deel van het randgebeuren rond het spel. Vaak is wat boven het bord gebeurd nog belangrijker dan wat er op het bord gebeurd. Ik heb iemand ook wel eens getergd horen vloeken doordat ik erop werd gewezen dat ik hem met een nare zet van de overwinning kon afhouden. Ook dat is de spelersinteractie. Laten we eerlijk zijn, in een spel heb je geen vrienden.

Wat zou er naar jouw mening te verbeteren zijn aan de spelcultuur in Nederland?

Ik ben absoluut voorstander van de oprichting van een spellenmuseum naar model van het Spielemuseum in Chemnitz met daarbij een goede historische archiefdienst. Twee maanden geleden heb ik in Londen een gesprek gehad met Prof. Irving Finkel over de wijze waarop er wordt omgegaan met het spel als cultuuraspect. We maken ons daar allebei zorgen over. Voor allerlei aspecten van onze samenleving bestaat er een cultureel archief. Boeken gaan naar de Koninklijke bibliotheek, schilderijen naar de musea, noem maar op. Spellen steken daar schril bij af, terwijl spellen een belangrijk onderdeel van onze samenleving weergeven. In Nederland circuleren spellencollecties die van grote waarde moeten worden geacht en we gaan daar erg slecht mee om. Neem de collectie bordspellen die een jaar of drie geleden werd geveild. Een particulier kwam te overlijden en de hele collectie ging onder de hamer. Daarnaast circuleert er van alles: de Jumbo-collectie ligt bij het Amsterdams Historisch museum, nog geen twee jaar geleden was er een grote Ganzenbordtentoonstelling van een particulier in het noorden van het land, in Kamp Westerbork was er een tentoonstelling met handgemaakte spellen uit de Tweede Wereldoorlog. Afijn, zo weet ik nog een groot aantal collecties die zonder meer museumwaardig zijn en die het risico met zich dragen uit elkaar te vallen.

Prof. Finkel wond zich enorm op over de collectie van spelauteur Sid Sackson. De 10.000 spellen uit zijn collectie gingen met prototypes en al na diens overlijden onder de veilinghamer. De collectie van Alex Randolph bleef dit lot bespaart en wordt overgedragen aan het Spielearchiv in Marburg. De vrees die leeft bij Prof. Finkel is dat deze collectie op termijn ook uit elkaar zal vallen als Dr Bernward Thole straks weg gaat bij het instituut.

Met het verdwijnen van de spelgeschiedenis gooien we ook een stuk van onszelf weg. De spellen die in de loop van de geschiedenis zijn ontstaan geven namelijk ook een beeld van onze ontwikkeling als mensen.

In dat kader vind ik het werk van de International boardgame studies zeer belangrijk. Onderzoek naar spellen is iets dat veel meer aandacht zou moeten krijgen. Net als dat de spellen zijn gegroeid naar volwassenheid. Kijk alleen maar eens hoeveel raakvlakken er zijn met wiskunde, geschiedenis, antropologie, sociologie, psychologie. Het spel is voer voor de wetenschap.

Schamen jullie je in Leiden allemaal zo voor de spotjes van de Leidse Onderwijs Instelling?

Wieso, Sie sprechen kein Deutsch dankzij de Leidse Onderwijsinstelling ;-)

 

Spelmagazijnby Ronald Hoekstra - 2006